Deze lessen worden aangepast: 'alle openingen vierkaarten' naar 'NBB Standaard voor beginners' Pagina's met witte achtergrond zijn nog niet bewerkt.
De overstap van bridgeles naar het spelen op een club levert soms problemen op. De bied- en speelomgeving wijken nogal eens af van wat op de cursus gebruikelijk is. Je kunt er vreemde biedconventies tegenkomen, loopt tegen allerlei regeltjes aan en bent aan een bepaald speeltempo gebonden. Dat hoeft echter helemaal geen probleem te zijn als je er maar op bent voorbereid. Dat kan op verschillende manieren. Veel clubs organiseren een aparte middag of avond voor de starter die net van de cursus komt, zodat ze niet direct in het diepe met de grote vissen gegooid worden, met het risico de aardigheid in het spel te verliezen. Dat kan nooit de bedoeling zijn, want bridge hoort in de eerste plaats leuk te zijn. Deze mini-cursus levert ook een bijdrage aan een makkelijker overstap door een aantal aspecten van het wedstrijdbridge te belichten. We behandelen niet nóg meer theorie, maar praktijkpunten en je zult ontdekken dat er in Bridge geen absolute waarheid bestaat. Elk hoofdstuk bestaat uit de delen:
En ja, ook tegen deze regels wordt wel eens gezondigd en dat levert dan een probleem op omdat de spelregels eigenlijk wel ingewikkeld zijn. Alleen iemand met grondige kennis van deze regels kan dit soort problemen oplossen. Roep bij overtredingen of als er iets raars gebeurt dan ook de wedstrijdleider; het is geen motie van wantrouwen ten opzichte van de tegenstanders. Ga niet zelf hobbyen met oplossingen, maar vraag de arbiter te komen; die heeft er voor geleerd om problemen op te lossen, wordt nooit boos en is altijd neutraal. Zo voorkom je dat je elkaar later met scheve gezichten zit aan te kijken. In de tweede plaats zijn er de bied- en speelafspraken. Je hebt geleerd dat je met 13 punten de bieding mag open. Het is echter niet verboden om dat met 0 punten te doen. Met samen zoiets van 25 punten ga je een manche spelen, maar je bent niet verplicht dat te doen. Je hebt geleerd dat je bij het uitkomen je met de hoogste van een serie of kleintje-plaatje speelt en na een volgbod van je partner in zijn kleur uitkomt. Men spreekt wel eens van bied-regels, maar het zijn eerder bied-afspraken en je mag er van afwijken als je dat per se wilt. Of dat verstandig is, is een heel andere vraag maar je mag op dit punt (binnen zekere grenzen, daarover later meer) doen wat je wilt. Je zult in de praktijk dan ook zien dat andere spelers er andere biedafspraken op na houden. Bij ons wordt de methode vijf-kaart hoog geleerd, met de mogelijkheid dat een 1 opening minimaal een twee-kaart belooft. Bij sommige paren belooft zo'n opening er minstens 0, 1, 3 of meer klaveren. Wij gaan uit van de standaard NBB afspraken. In andere landen, VS, Engeland en Frankrijk zijn weer andere standaards. Iedereen is in feite vrij om een eigen biedsysteem te hanteren. Dat geeft in de praktijk allerlei moeilijkheden. Het is in het begin al moeilijk om je eigen biedafspraken goed te hanteren, laat staan om ook nog eens goed te begrijpen wat anderen doen. Het is dan ook verboden (spelregels) om er ‘geheime’ afspraken op na te houden. Aan de bridgetafel moet met open vizier gestreden worden, en er bestaat een verplichting om de tegenstanders op te hoogte te brengen van afspraken binnen het partnerschap als die mogelijk niet zouden worden begrepen. Hoe dat in de praktijk gaat, laten we ook zien. De derde set ‘regels’ betreft gewoontes en clubvoorschriften, die meestal tot doel hebben wedstrijden soepeltjes te laten verlopen. Voorbeelden van deze regels gaan bijvoorbeeld over het wisselen van tafel, het wegbrengen van spellen, de administratie aan tafel, het op tijd betalen van contributie en meer van die dingen. Merkwaardig genoeg staan de regels hoe je je aan tafel moet gedragen hier niet: wel in de officiële spelregels, artikel 74.Daar lees je expliciet zelfs vermeld dat je je altijd hoffelijk moet zijn en alles moet nalaten wat het plezier bij een ander zou kunnen bederven...